Onverwachte schuld, of toch niet?

onverwachte schuld of toch niet

Als je wel eens bij de notaris hebt gezeten voor een nalatenschap, dan heb je naar alle waarschijnlijkheid ook de keuze tussen zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding en verwerping voorgelegd (en uitgelegd) gekregen. Als erfgenaam heb je namelijk de wettelijke keuze uit zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding of de verwerping.

De notaris zal je dan ook verteld hebben dat je de keuze maar één keer kan maken. Eenmaal aanvaard, kan je geen andere keuze meer maken. Maar sinds 1 september 2016 bestaat hierop een uitzondering. Sinds deze datum hebben we artikel 4:194a BW in ons Burgerlijk Wetboek staan. Dit artikel zegt dat een erfgenaam die na zuivere aanvaarding bekend wordt met een schuld van de nalatenschap die hij niet kende of behoorde te kennen, binnen drie maanden na bekend wording hiermee aan de kantonrechter machtiging kan vragen om alsnog beneficiair te aanvaarden. Het artikel is een uitwerking van de ‘Wet bescherming erfgenamen tegen schulden’.

Wat zijn schulden die hij niet kende of behoorde te kennen? Dit is helaas niet uitgekristalliseerd en daarom niet eenvoudig te beantwoorden.

Op 18 mei jl. heeft de rechtbank Limburg een vonnis gewezen, waarin een erfgenaam wel gemachtigd werd alsnog beneficiair te aanvaarden, nadat hij al zuiver aanvaard had. Hier ging het om een kleinzoon die van zijn oma erfde. In haar nalatenschap bleek een schuld van € 700.000,- te zitten. Deze schuld bestond uit de erfdelen van de kinderen van opa. Opa had namelijk
een ouderlijke boedelverdeling in zijn testament opgenomen (hierbij kreeg oma alles, maar hadden hun kinderen een niet-opeisbare geldvordering). De nalatenschap van oma was door de (oprenting van de) schuld negatief en de kleinzoon dreigde zijn woning kwijt te raken aan de schuldeisers (de kinderen van opa en oma in dit geval).

In beginsel zijn schulden uit een onverdeelde nalatenschap géén onverwachtse schulden. De meeste mensen worden geacht hiervan op de hoogte te zijn. Waarom was het in bovenstaand geval anders? Allereerst heeft kleinzoon zijn opa nooit gekend. Daarnaast had de notaris, die de verklaring van erfrecht had opgemaakt, hem niet ingelicht over de mogelijkheid van de vorderingen van de kinderen. Ook oma en haar kinderen hadden kleinzoon niet ingelicht. Verder bleken de vorderingen niet uit de administratie van oma én heeft ook de accountant die kleinzoon had ingeschakeld deze schulden niet aangetroffen. De kleinzoon had in dit geval wel aan zijn
onderzoeksplicht voldaan.

Uit de uitspraak van de rechtbank Limburg, maar ook de rechtspraak waarin een machtiging niet wordt gegeven, blijkt dat het heel erg afhangt van de omstandigheden van het geval. Er kan dus geen algemene conclusie aan vast gehangen worden. Mocht een schuld niet uit de administratie blijken, dan betekent dit niet dat er sprake is van een onverwachte schuld. Ook als de erflater geen administratie heeft gevoerd, wil dat niet zeggen dat de erfgenamen niet op een andere manier onderzoek moeten doen.

Het is dus heel erg afhankelijk van het de omstandigheden of een verzoek aan de kantonrechter zal slagen. Het is dus verstandig om goed onderzoek te doen naar het vermogen van de erflater alvorens gekozen wordt voor zuivere aanvaarding. Twijfel je over het vermogen, of vermoed je dat er nog schulden zullen zijn? Dan is beneficiaire aanvaarding altijd de meest verstandige keuze.

logo_alsea_notariaat

Verstandig, voor nu en later!