De verzorgster werd toch geen erfgename, ondanks testament en later huwelijk

Niet zo lang geleden was er in Nederland een man die na het overlijden van zijn vrouw op 80-jarige leeftijd een nieuwe relatie kreeg en wel met een vrouw van toen 53 jaar. Deze dame gaf de man al enkele maanden professionele zorg aan huis via een thuiszorgorganisatie voordat het tot een relatie kwam. Door het aangaan van een relatie met een patiënt is de vrouw ontslagen door de thuiszorgorganisatie. Ondanks haar ontslag bleef de vrouw zorg bieden en heeft zij de volledige zorg voor de man op zich genomen. Enige maanden later heeft de man een testament opgesteld waarin de vrouw werd begunstigd en weer enkele maanden later zijn ze in het huwelijksbootje gestapt. Na overlijden van de man zou de vrouw meedelen in de erfenis en daarmee was dit verhaal afgelopen?

Nee, de zoon van de man maakte bezwaar tegen de begunstiging van de vrouw in het testament van zijn vader. Zowel de Rechtbank in eerste instantie als het Hof in tweede instantie kwamen tot hetzelfde oordeel. Hoewel de vrouw niet over het vereiste diploma van ziekenverzorgster beschikte en ook geen BIG registratie had kwam(en) de rechter(s) tot het volgende oordeel: De vrouw verrichtte feitelijk gedurende meerdere jaren hetzelfde werk als gediplomeerde ziekenverzorgende en daarmee bestond in dezelfde mate afhankelijkheid en risico van beïnvloeding van erflater (de man) door de vrouw. De vrouw moest derhalve als een beroepsbeoefenaar op het gebied van de individuele gezondheidszorg worden aangemerkt (in de zin van artikel 4:59 BW) op het moment van opmaken van het testament door de man. En volgens de wettekst kunnen beroepsbeoefenaren op het gebied van de individuele gezondheidszorg die iemand gedurende de ziekte waaraan hij is overleden, bijstand hebben verleend, geen voordeel trekken uit de uiterste wilsbeschikkingen die zodanig persoon gedurende de behandeling of de bijstand te zijnen behoeve heeft gemaakt. De vrouw verzorgde de man in de periode dat hij hartproblemen had en hij is ook overleden aan hartfalen.

Bepalend is of de begunstigde, de vrouw, op het moment dat het testament wordt opgemaakt, zij voordeel kan trekken uit het testament, aldus de wet en de wetsgeschiedenis. Als ze al getrouwd waren op het moment dat het testament was opgemaakt zou ze zijn gered door een andere wettelijke uitzondering. Maar dat was niet het geval.